|
||||||||
In de roman “Open City” uit 2011 van de Amerikaanse schrijver Teju Cole wandelt een jonge psychiater doelloos door Manhattan in de hoop zijn hoofd op orde te brengen door in beweging te blijven. Terwijl hij de stad leest als een open boek komen jeugdherinneringen naar boven en staat hij stil bij een recente breuk en zijn verlatenheid in de kloppende metropool. Het is geen toeval dat het nieuwe album van de Zwitserse saxofonist Cristoph Irniger (1979) ook getiteld is “Open City”. Irniger identificeert zich met de hoofdpersoon uit Tju Cole’s roman “Auch ich schweife immer wieder ab, ich bin ein Tagträumer wie Cole’s Julius”. Bij het begin van het creatieve proces zit Irniger vol met duizenden ideeën, de volgende stap is die te selecteren en een structuur aan te brengen. In dit geval wilde hij zijn kwalitatief bewezen trio met Raffaele Bossard op bas en Ziv Ravitz op drums uitbreiden met een gast. Toen hij hoorde dat Stillman een Londenaar die naam had gemaakt in de V.S. en in Keulen woonde was het snel voor mekaar. Maar bij een optreden op het “unerhört Festival” in Zürich was Irniger nog niet helemaal overtuigd “We waren gewoon een band met twee saxofonisten die crazy solo’s speelden, er was een gebrek aan rust en zelfbeheersing”. Na lang nadenken wist hij het , op bepaalde plekken had hij het warme ronde geluid nodig van de trombone van Nils Wogram. Irniger studeerde zowel in zijn geboorteplaats Zürich al in Luzern, reeds met zijn eerste album “Chat Noir “ uit 2007 was het duidelijk dat hier een groot talent bezig was. Inmiddels is dat talent uitgegroeid tot een doorgewinterde muzikant die werkte met verschillende groepen zoals Pilgrim, Cowboys from Hell, Noir en Counterpoints. Het trio ontstond in 2012 met Raffaele Bossard (Los Angeles 1982) op contrabas en Ziv Ravitz (Be’er Scheva, Israel, 1976) op drums, Leider /componist Christoph Irniger ( Zürich 1979) op tenorsax en gasten Loren Stillman (Londen 1980) op altsax en Nils Wogram (Braunschweig 1972) op trombone. Bij het beluisteren van dit album valt onmiddellijk de strakheid van de ritmesectie op, vooral drummer Ziv Ravitz is een lust voor het oor, hij is dan ook een veelgevraagd sessiemuzikant en momenteel ook werkzaam in de groep van Avishai Cohen. Het complete groepsgeluid is trouwens aangenaam met de drie blazers in complete harmonie unisono of los van elkaar. De composities zijn wel overwogen met een logische opbouw, ieder nummer klinkt als een lied dat zo kan worden meegezongen. Op twee na zijn alle composities van Irniger, de anderen zijn van Bossard. Irniger loopt alweer een tijdje mee maar voor mij was hij een onbeschreven blad, dat heeft toch wel te maken dat er in jazzbladen over het algemeen weinig of niet wordt geschreven over Zwitserse jazz, dat geldt trouwens ook voor de Franse jazz. Geheel onterecht zoals mijn positieve recensies betreffende de Franse jazz bewijzen. Terug naar het Christoph Irninger Trio, tot de fraaiste stukken op het album behoort het nummer met de intrigerende titel “40years of an old wise lady” van Raffaele Bossard, alles zit er in, spanning, afwisseling en enerverend spel. Om een etiket op de muziek te plakken is niet zo eenvoudig, neo-bop, nee, moderne jazz uiteraard wel, maar in “Hot and Humid” schuurt het ook dicht aan de free jazz. Ik ben altijd gecharmeerd geweest van het spel van Nils Wogram , in het nummer “Time” krijgt hij alle ruimte en dat klinkt geweldig. Een bijzonder geslaagd album , inmiddels alweer zijn 6de op Intakt, tijd dus om achter ouder materiaal van hem aan te gaan. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||